Theaterlezen en natuur

Talige tips bij 'Een bos vol confetti'


In het theaterleesboek Een bos vol confetti - Theaterlezen over de natuur is de natuur als uitgangspunt genomen vanuit drie perspectieven:
- iets om zuinig op te zijn
- iets om je over te kunnen verwonderen
- iets om plezier aan te beleven.
De 20 verhalen en 10 moppen over de natuur zijn in dialoogvorm geschreven door Ineke Kraijo en Marlies Verhelst en elke tekst bevat een tip of een weetje. Wendy Panders maakte de illustraties.

Kruiswoordpuzzel natuur

Bij Een bos vol confetti is een kruiswoordpuzzel gemaakt.
Deze puzzel is hier gratis te downloaden.
Bij elke theaterleestekst in het boek is een tip of weetje opgenomen.e tips en weetjes uit het boek heb je nodig om de puzzel op te lossen.
Hier vind je de oplossing van de puzzel, niet spieken, hoor ;-)

Natuurdialogen schrijven

Als creatieve schrijfopdracht kun je kinderen uitnodigen om dialogen te schrijven voor twee personages die in relatie staan tot de natuur: een korte tekst van een grappige situatie, ontmoeting of voorval.
Na het schrijven oefen je de zelfgeschreven dialoog een aantal keren, zodat deze makkelijk gaat en lekker klinkt. Geef dan een voorstelling voor de klas (of in enig ander verband).

Dialoog met een natuuruitdrukking

In het verhaal 'Zo sterk als een ... ' uit 'Een bos vol confetti' (blz. 108) komen letterlijk en figuurlijk taalgebruik aan bod, waaronder een aantal vergelijkingen met de natuur.
Kies één van onderstaande uitdrukkingen als titel en schrijf een dialoog waarin die titel betekenis krijgt:

- Zo sterk als een beer
- Vrij als een vogel
- Nijdig als een spin
- Napraten als een papegaai
- Eten als een varken
- Slordig als een varken
- Zo koppig als een ezel
- Werken als een paard
- Honger als een paard
- Moe als een hond
- Zo ijverig als een mier
- Zo bang als een wezel
- Zo snel als een haas
- Zo lui als een hond
- Zo sluw als een vos
- Zo gezond als een vis
- Zo rood als een kreeft
- Zo dood als een pier
- Zo fris als een hoentje
- Zo doof als een kwartel
- Zo trots als een pauw

Dialoog tussen voorwerpen, dieren of planten

In het verhaal 'Een tweede leven' uit 'Een bos vol confetti' (blz. 64) fantaseren twee statiegeldflesjes over hun toekomst. Wat zal er van hen worden als ze gerecycled zijn?
Schrijf zelf een dialoog tussen:
- voorwerpen in de natuur (een paar laarzen bij het wadlopen, een verrekijker en een bril)
- twee dieren (twee egels, twee vlinders)
- twee paddenstoelen
- twee planten, bijvoorbeeld een boom en een struik
- of een combinatie: een romantisch gesprek tussen een bij en een bloem
Enzovoort!

Openluchttheater

Hoe leuk is het niet om een theaterleesvoorstelling met verhalen uit 'Een bos vol confetti' in de buitenlucht te laten horen! Bij uitstek is dit boek geschikt om mee te nemen op excursies en schoolkampen om er op die manier een buitenvoorstelling van te maken (en zo stiekem een extra leesmoment te benutten...).
De bomen of de duinen vormen vanzelf een decor. En in een stadspark kan dat natuurlijk ook.

Mini Moppen Festival

In 'Een bos vol confetti' staat een grappig verhaal over de moppentappers Milo Mop en Gijs groen (blz. 78). Ga zelf met de moppen uit dit boek aan de slag, er staan er tien in.
Moppen zijn in dit boek te herkennen aan de groene balk waarin de titel staat.

Met het verhaal 'Moppentappers' en met de moppen uit 'Een bos vol confetti' kun je je eigen Mini Moppen Festival organiseren! Het is een leuke activiteit:
- het kost niks
- het is makkelijk te organiseren
- het geeft veel plezier!
Kijk hier voor de organisatie van je eigen Mini Moppen Festival.
Dat wordt lachen!

Poëzie en natuur

Wolken van Martinus Nijhoff

In het gedicht 'Wolken' van Martinus Nijhoff (1924) ligt een kind met moeder in de warme hei. Ze kijken naar de wolken en fantaseren samen over wat ze in de wolken boven zich zien. Het gedicht 'Wolken' in 'Een bos vol confetti' refereert aan het gelijknamige gedicht van Nijhoff (bladzijde 19).

De wolken

Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat ‘k in de wolken zag.

En ik riep: Scandinavië, en: eenden,
Daar gaat een dame, schapen met een herder –
De wond’ren werden woord en dreven verder,
Maar ‘k zag dat moeder met een glimlach weende.

Toen kwam de tijd dat ‘k niet naar boven keek,
Ofschoon de hemel vol van wolken hing,
Ik greep niet naar de vlucht van ’t vreemde ding
Dat met zijn schaduw langs mijn leven streek.

– Nu ligt mijn jongen naast mij in de heide
En wijst me wat hij in de wolken ziet,
Nu schrei ik zelf, en zie in het verschiet
De verre wolken waarom moeder schreide –

Tip bovenbouw:
- het gedicht van Nijhoff lezen
- iets vertellen over de achtergronden van dit beroemde gedicht
- informatie over wolken: hoe komt het dat wolken zo veranderen en je er van alles in kunt zien?
- hoe dichten andere dichters over wolken?

Andere gedichten over wolken lezen, immers wolken spreken tot de poëtische verbeelding:
- 'De Wolk' in Ik wou dat ik een vogel was door Harrie Geelen (Ploegsma)
- 'Ik wandel in de wolken' in Ik wou dat ik een vogel was door Vera Witte (Ploegsma)
- 'Hoge ruzie' in Ik wou dat ik een vogel was door Riet Wille (Ploegsma)
- 'Wolk' in Ik wou dat ik een vogel was door Remco Ekkers (Ploegsma)

Hoe komt het dat je vaak afbeeldingen ziet in wolken?
Soms kijk je naar de lucht en zie je ineens het hoofd van een reus. Of je ziet een eekhoorn. Of een bloem. Hoe ontstaan die vormen?
Wolken bestaan uit duizenden kleine deeltjes zoals waterdruppeltjes of ijsdeeltjes. Hoeveel van die deeltjes er in de wolk zitten en hoe groot ze zijn, bepalen de vorm die de wolk heeft.
Ook de plek waar jij staat als je naar boven kijkt, heeft invloed op de vorm. Dit komt door de plaats van de zon ten opzichte van de wolk. Als jij thuis naar de wolk kijkt, is die anders dan als je bijvoorbeeld op het schoolplein naar diezelfde wolk zou kijken.
Wolken veranderen trouwens heel snel van vorm. Dit komt door de wind of omdat ze in contact komen met andere luchtlagen. Leuk, want zo kun je heel lang blijven kijken en steeds weer andere dingen zien!
Bron: vraag Willem Wever (KRO-NCRV)

Nog meer weten over wolken? Kijk hier naar het Klokhuisfilmpje over dit onderwerp

Straatgedicht op poster

Jacob Hendrik Slicher schreef in begin 1900 voor de ANWB dit gedichtje:

Laat niet als dank, voor ‘t aangenaam verpoozen,
Den eigenaar van ‘t bosch De schillen en de doozen!


De ANWB hield zich niet alleen bezig met verkeersveiligheid, maar ook met natuurbeheer. In de tijd dat Slicher het gedicht schreef kwamen langeafstandswandelingen in de mode en mensen lieten dan vaak hun rotzooi slingeren. En dat gebeurt nog steeds...
De ANWB maakte jarenlang affiches met dit gedicht, telkens door andere beroemde kunstenaars geïllustreerd.
Het gedicht werd zo beroemd, dat meestal alleen de eerste regel werd genoemd 'Laat niet als dank', dan wist iedereen wat er werd bedoeld.



In het verhaal Zooi bij de zee (blz. 101) gaan kinderen 'strandjutten' ofwel rotzooi opruimen en wordt aan dit straatgedicht gerefereerd.

Tip middenbouw: maak zelf een gedicht van twee regels over hetzelfde onderwerp (geen rotzooi op straat of in de natuur achterlaten) en maak er een affiche van met illustratie.

Natuurgedichten


In deze prachtige bundel Ik wou dat ik een vogel was vind je 365 gedichten over de natuur, voor elke dag van het jaar. Niet alleen over vogels, maar ook over het weer, over bloemen, bomen en de seizoenen.
Van harte aanbevolen voor in de klas: zet het boek op een stevige standaard en lees zelf elke dag een gedicht voor of laat één van de kinderen het voorbereiden en voorlezen. Een prachtige start van elke dag. En wat een feest om iedere keer een bladzijde om te kunnen slaan en naar de prachtige illustraties bij de gedichten te kunnen kijken!

Tip bovenbouw: Maak een acht-lettergrepig gedicht over de natuur (Bron: Poëziepaleis)

Register schoolbreed theaterlezen over de natuur

In dit register zijn theaterleesteksten te vinden uit alle bestaande theaterleesboeken.


© Elseline Knuttel, 2022, meer over theaterlezen: inktvis.nl
Deze suggesties zijn vrij te gebruiken!